Verenigd In Stilte (2020 Eindejaarsspeech)
Normaal gesproken wanneer ik een groep toespreek, begin ik met een stilte. Een lange stilte. Tien seconden. Vijftien seconden. Twintig seconden. Ik kijk dan rond in het publiek, kijk wie daar allemaal zit, kijk welke mensen ik toespreek. En, naarmate de stilte langer duurt, ook zien hoe ze daarop reageren. Naarmate het langer stil is, gaan ze zich ongemakkelijker voelen. Dan gaan ze om zich heen kijken, anderen aankijken. Ongemakkelijk naar elkaar lachen, zich afvragend wanneer die man voor de groep eindelijk gaat beginnen met praten. Dit is als schrijver veel lastiger. Ik zie geen publiek dat ik toespreek, ik kan enkel mezelf zien. En toch gebruik ik graag de stilte, de lange stilte, of de te lange stilte, als opening. Wie zich tijdens een stilte op zijn gemak voelt, heeft de macht over degenen die zich daar niet comfortabel genoeg bij voelen. Totdat het tijd is om de stilte te doorbreken.